Les 5: Inspiratie

Je hebt nu belangrijke basisvaardigheden. Je kunt contouren tekenen, je weet iets van proporties en perspectief én de fijnere details. Voorlopig kun je vooruit met wat je hebt geleerd. Teken vaak en veel en je zult zien dat je tekeningen steeds beter worden. Ook zal je kijk op de dingen om je heen zich verdiepen.

Al hebben de keukenspullen ons goed geholpen bij het oefenen, nu is het tijd voor wat meer inspiratie. Om je creativiteit te voeden ga je je omringen met moois.

Ga in de bibliotheek of de kringloopwinkel op zoek naar kunstboeken. Kijk in tijdschriften en hang afbeeldingen aan de muur. Neem de tijd om het in je op te nemen en schep je eigen wereld van mooie dingen.

Op het internet is natuurlijk ook veel te vinden. Bijvoorbeeld op www.drawingsofleonardo.org kun je werk van Leonardo da Vinci bekijken.

Vervolgens ga je een werk dat je aanspreekt overtrekken of  proberen na te tekenen. Voel je niet bezwaard. Picasso liet zich inspireren door Rembrandt en Van Gogh maakte in zijn jeugd oude meesters en Japanse prenten na.


Mijn versie van de zonnebloemen van Van Gogh uit 1888

Doe het langzaam, let goed op alle details.

Het lijkt misschien niet erg origineel, maar natekenen is een heel goede oefening. Het vergroot je visuele kennis, de beelden blijven in je hoofd hangen en voeden zo weer je eigen creativiteit. Succes!


Boekentip: Austin Kleon, Steal like an artist; 10 dingen die niemand je vertelt over creativiteit (Lannoo Tielt 2012).